Activiteiten | Kennis |
Werkt in teamverband - Communiceert effectief en efficiënt
- Wisselt informatie uit met collega’s en verantwoordelijken
- Rapporteert aan leidinggevenden
- Werkt efficiënt samen met collega’s
- Volgt aanwijzingen van verantwoordelijken op
- Past zich flexibel aan (verandering van collega’s, …)
| Kennis - Communicatietechnieken
- Vakterminologie
|
Werkt met oog voor veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn - Herkent en signaleert gevaarlijke situaties, neemt gepaste maatregelen bij ongelukken en meldt ongevallen en incidenten volgens interne procedures
- Herkent, voorkomt en beschermt tegen specifieke risico’s
- Maakt onderscheid tussen gevaarlijk en niet gevaarlijke producten en afvalstoffen
- Vraagt om informatie in geval van twijfel over afvalstoffen
- Sorteert afval volgens de richtlijnen
- Respecteert de regels rond energieprestaties van gebouwen
- Herkent asbesthoudende producten en reageert passend
- Houdt zich aan de regels voor traceerbaarheid van producten
- Werkt ergonomisch
- Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
- Past de voorschriften met betrekking tot netheid en hygiëne toe
- Ziet er op toe dat veiligheids- en milieuvoorschriften worden gerespecteerd
- Beperkt stofemissie
- Gebruikt (stof)afzuigapparatuur
- Evalueert zijn eigen werkzaamheden kwalitatief en kwantitatief, en stuurt desnoods bij
- Meldt problemen aan de verantwoordelijke
| Basiskennis Kennis - Technische voorschriften en aanbevelingen in functie van de eigen werkzaamheden
- Specifieke risico’s van gevaarlijke en schadelijke stoffen (cement en hulpstoffen, kwartsstof, houtstof, asbesthoudende producten, …), elektriciteit, lawaai, trillingen, brand, explosies, …
- Voorschriften rond afval en gevaarlijke producten (o.a. asbest, …)
- Ergonomische hef- en tiltechnieken
- Persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
- (Veiligheids)pictogrammen
- Veiligheids-, gezondheids-, hygiëne-, milieu- en welzijnsvoorschriften
- Elektrisch-, pneumatisch- en handgereedschap
- Controle- en meetmethoden en –instrumenten
- Kwaliteitsnormen, waarden en toleranties
|
Organiseert zijn werkplek veilig en ordelijk - Organiseert zijn werkplaats rekening houdend met een logische werkvolgorde
- Richt de werkplaats (ergonomisch) in
- Plaatst de signalisatie en brengt waarschuwingstekens aan
- Houdt de werkplek schoon
- Bergt de eigen gereedschappen en hulpmiddelen op
- Gebruikt collectieve beschermingsmiddelen
| Basiskennis - Opslag- en stapeltechnieken
Kennis - Signalisatievoorschriften
- (Interne) transportmiddelen
- Laad- en zekeringstechnieken
|
Werkt op hoogte - Gebruikt ladders volgens de veiligheidsregels als toegangsmiddel
- Gebruikt steigers volgens de instructies en veiligheidsregels
- Gebruikt beschermingsmiddelen (PBM’s en CBM’s) aangepast aan de werkomstandigheden
| Kennis - Voorschriften voor het veilig werken op hoogte
- Persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
- Maatregelen ter preventie van het vallen van personen en voorwerpen van een steiger
- Voorwaarden om een steiger te betreden
|
Gebruikt stromen duurzaam en beperkt geluidshinder - Gebruikt water voor taken en schoonmaak efficiënt
- Gebruikt machines en gereedschappen efficiënt
- Beperkt het lawaai: implementeert preventiemaatregelen voor omgeving
| Kennis - Geoptimaliseerd verbruik en recuperatie van water, materialen en energie
|
Gebruikt machines en gereedschappen - Selecteert te gebruiken machines en gereedschappen
- Controleert de machines en gereedschappen voor gebruik
- Gebruikt machines en gereedschappen op een veilige en efficiënte manier
- Onderhoudt en reinigt de machines en gereedschappen na gebruik
| Kennis - Werking en veiligheidsaspecten van gebruikte machines en gereedschappen
- Elektriciteit i.f.v. werkzaamheden
- Onderhoudstechnieken van gereedschappen en materieel
|
Houdt werkadministratie bij - Houdt planning en werkdocumenten bij
| Kennis - Werkdocumenten, tekeningen en plannen
|
Plant de werkzaamheden - Leest en begrijpt plannen, werktekeningen of werkopgaveblad
- Bepaalt de uitvoeringsfases en maakt een planning op van het verloop van de werkzaamheden
- Plant de werken en bepaalt mee de werkvolgorde
- Bepaalt de benodigde materialen, gereedschappen en machines in functie van de dagactiviteit
- Stemt de eigen werkzaamheden af op de activiteiten van anderen (het bouwteam)
- Onderhoudt contacten met collega’s
| Kennis - Functionele berekeningen
- Werkdocumenten, tekeningen en plannen
- Materialen, gereedschappen en machines
|
Helpt mee aan het inrichten van de bouwplaats - Zet de werken nauwkeurig uit (bouwlijnen), bakent ze af en bepaalt hoogtepeilen
- Brengt veiligheidssignalisatie aan
- Installeert werfafsluitingen en voorziet doorgangen voor voetgangers en toegangen voor vrachtwagens
- Plaatst hekken en schermen tegen inbraak en stofhinder
- Werkt mee aan een voorlopige effening van het terrein
- Voorziet de plaatsing van de werfkeet (bureau, eet- en kleedruimte, sanitaire voorzieningen, …)
- Voorziet aansluiting van elektriciteit, water en verlichting
- Voorziet opslagmogelijkheden en richt de stockageplaats in voor materiaal en gereedschappen
- Bewaart de orde en de netheid
- Voorziet plaats voor containers of verzamelplaatsen voor het selectief verzamelen van bouwafval
| Kennis - (Veiligheids)pictogrammen
- Voorschriften rond afval en gevaarlijke producten (o.a. asbest, …)
- Opslagtechnieken
- Inrichting van de werkplek: signalisatie, afsluiting, orde en netheid
- Gebruik van topografische instrumenten
- Elektriciteit i.f.v. werkzaamheden
Grondige kennis - Meet- en uitzettechnieken
|
Beheert het materiaal en het materieel - Houdt voorraden bij en vult aan
- Neemt leveringen in ontvangst en controleert op hoeveelheden en kwaliteit
- Stockeert het materieel en de materialen op de daartoe voorziene plaats en zorgt voor de bescherming ervan
| Kennis |
Slaat lasten aan onder begeleiding - Selecteert de gepaste en gekeurde hijshulpmiddelen
- Schat gewicht en zwaartepunt van de last in
- Bevestigt de last aan de hijsvoorzieningen en zekert de last
- Geeft eenduidige instructies aan de bedieners van machines
| Kennis - Technieken voor bevestigen, heffen en het aanslaan van lasten
- Keuringsvoorschriften van hijsmaterieel
- Tekens en seinen voor communicatie met de bestuurders van hef-, hijs- en graafmachines
|
Voert grondwerken en verhardingen voor residentiële toepassingen uit - Plaatst beschoeiingen
- Plaatst oppervlakteverhardingen
| Kennis - Beschoeiingstechnieken
- Bemalings- en drainagetechnieken
- Waterkering
|
Voert de fundering ‘op staal’ uit - Plaatst een bemalingssysteem en zet dit in werking
- Effent de bodem van de werkput
- Graaft funderingssleuven en –putten manueel of met de hulp van een bediener van een graafmachine
- Plaatst de aardingslus
- Bereidt de sleufbodem voor met stabiliseerzand, het waterdichte membraan en een steenslagverharding
- Voert een staalfundering in metselwerk uit
- Maakt manueel of machinaal beton of mortel aan
- Giet gewapende of ongewapende funderingsplaten en vloeren
- Geeft instructies aan bedieners van betonpomp of betonmixer
- Stort en spreidt, trilt en verdicht het beton
- Verzorgt de afwerking van het betonoppervlak
| Kennis - Bodemsoorten en grondmechanische problemen
- Tekens en seinen voor communicatie met de bestuurders van hef-, hijs- en graafmachines
- Bemalings- en drainagetechnieken
- Technieken voor het aanbrengen van een stabilisatielaag met plaatsing van een waterdicht membraan
- Wapeningsplan, selectie van staven op staalkwaliteit en bindtechnieken voor de wapening
- Betonsamenstelling en hulpstoffen
- Plaatsing van een wapening, minimum betondekking en tussenafstanden
- Technieken voor betonnering, verdichting, nabehandeling en kwaliteitscontrole van beton
|
Voert dichtingswerken uit aan wanden - Plaatst dichtings- en beschermingsmembranen tegen de funderingsmuren
- Brengt bepleisteringen met cementmortel aan tegen de funderingsmuren
- Behandelt gevels en muren met dichtingsmiddelen
- Controleert de gevel op scheuren en dicht deze
| Basiskennis - Injectieprocédés en dichtingsmiddelen om muren mee te behandelen
Kennis - Plaatsingsvoorschriften voor dichtingswerken
|
Voert metselwerk uit - Maakt mechanisch of manueel mortels of lijm aan
- Plaatst hoogtelijnen en profielen
- Controleert of muren loodrecht, haaks, waterpas en vlak zijn
- Kapt en slijpt openingen in muren
- Voert verschillende metselverbanden uit
- Ondermetselt funderingen
- Voert ondergronds metselwerk uit met een waterkerende laag
- Voorziet en plaatst wachtbuizen, uitsparingen en energieblokken, verluchtingsbuizen, roosters, keldergaten, lichtkokers
- Voert opgaand metselwerk uit
- Voert uitsparingen in het metselwerk uit
- Voert siermetselwerk en gebogen metselwerk uit
- Plaatst dorpels en plinten
- Wapent en verankert metselwerk en plaatst spouwhaken en mechanische ondersteuningen
- Voert een uitzettingsvoeg uit
- Besteedt aandacht aan de correcte uitvoering van de bouwknopen
- Plaatst wachtfolies
- Verzorgt de plaatsing en de aansluiting van waterkeringen
- Borstelt het nieuwe metselwerk af
- Monteert gevelelementen met mechanische en chemische bevestigingen
| Basiskennis - Draagkracht en maximale belasting van draagvloeren en -muren en lintelen
Kennis - Metselverbanden
- Mechanische en chemische bevestigings- en verankeringstechieken
- Plaatsing en functie van wapening, verankering en ophanging bij metselwerk
- Bouwknopen
- Gebruik van topografische instrumenten
- Bogen en lintelen, siermetselwerk
- Afwerking van muren
- Waterkering
- Ondermetseltechnieken
Grondige kennis - Meet- en uitzettechnieken
- Lijmen, bindmiddelen, de mengverhoudingen en hulpstoffen voor mortels
- Opgaand metselwerk
|
Gebruikt en plaatst stutten en schoren - Bepaalt het aantal stutten en schoren en hun spreiding
- Brengt stutten en schoren aan
- Verwijdert stutten en schoren
| Kennis - Stut- en schoortechnieken
|
Plaatst geprefabriceerde elementen in residentiële toepassingen - Integreert elementen in het metselwerk
- Stut geprefabriceerde elementen
- Bevestigt geprefabriceerde elementen door inmetselen of betonneren
- Stut en plaatst betonvloeren en betonplaten volgens een legplan
| Kennis - Verschillende soorten prefabelementen
- Opslag, transport en plaatsing van prefabelementen
- Stabiliteit en bescherming van prefabelementen
- Stut- en schoortechnieken
|
Trekt pijpen, technische kokers en schachten op - Voegt geprefabriceerde kokerelementen samen en plaatst deze
- Voorziet uitsparingen
| Kennis - Plaatsingstechnieken van pijpen, technische kokers en schachten
|
Past bekistingstechnieken toe - Leest en begrijpt bekistingsplannen
- Timmert, stut, monteert en voegt bekisting samen
- Voert een voorbehandeling uit op de bekisting
- Ontkist en recupereert herbruikbaar materiaal
| Kennis - Bekistingstechnieken
- Ontkisten, ontkistingsproducten, ontkistingstermijnen en onderhoud van het bekistingsmateriaal
|
Maakt wapeningen voor bekistingen klaar, voegt deze samen en plaatst deze - Maakt een selectie van staven en beugels
- Leest en begrijpt het ijzervlechtplan
- Vlecht de wapeningen en verbindt het vlechtwerk
- Plaatst en schermt wachtstaven af met afschermdoppen
- Plaatst de netten en wapening met afstandshouders in de bekisting en garandeert de minimale betondekking
| Kennis - Ijzervlechttechnieken
- Wapeningsplan, selectie van staven op staalkwaliteit en bindtechnieken voor de wapening
- Plaatsing van een wapening, minimum betondekking en tussenafstanden
|
Voert betonneringswerken uit - Stort en spreidt, trilt en verdicht het beton
- Vermijdt dat de wapening gaat verschuiven tijdens het betonstorten
- Verzorgt de afwerking van het betonoppervlak
- Giet gewapende of ongewapende funderingsplaten en vloeren
- Beschermt en beschut het beton
| Kennis - Betonneringstechnieken
- Betonsamenstelling en hulpstoffen
- Technieken voor betonnering, verdichting, nabehandeling en kwaliteitscontrole van beton
|
Voert voegwerken uit in functie van metselwerk - Maakt een voegmortel aan
- Gebruikt gepast voeggereedschap
- Past voegtechnieken (plat, vol, achter de hand) toe
| Kennis |
Voert thermische isolatiewerken uit - Werkt oneffenheden van het te isoleren oppervlak bij
- Tekent isolatiematerialen af, snijdt en voegt deze samen
- Bevestigt isolatie volgens type en positie
- Vermijdt koudebruggen
- Verzekert zich van de continuïteit van de isolatie
- Beschermt het geplaatste isolatiemateriaal tegen weersomstandigheden
| Kennis - Bouwknopen
- Soorten en eigenschappen van isolatiematerialen, soorten bevestigingen en aansluiting van het luchtscherm
|
Plaatst lucht- en dampscherm - Selecteert lucht- en dampdichte lagen
- Plaatst lucht- en dampschermen
- Voert de doorbrekingen uit
- Werkt het luchtdichtheidsscherm af
| Kennis - Soorten en eigenschappen van lucht- en dampschermen, soorten bevestigingen en aansluiting van het luchtscherm
|
Legt huisriolering en afwateringsstelsels aan - Plaatst buizen en installaties voor afval-, regen-, grond- en rioolwater
- Voegt buizen en installaties in verschillende materialen samen
- Plaatst reservoirs en opvangputten
- Plaatst individuele waterzuiveringsinstallaties of recuperatiesystemen
| Basiskennis - Principe van gescheiden riolering en de verschillende leidingmaterialen waaruit een rioleringsnet bestaa
Kennis - Voorschriften voor aansluiting en plaatsing van de verschillende waterbehandelingstoestellen
- IBA’s en recuperatie- en bezinkingssystemen
|
Voert sloopwerken uit - Controleert of nutsvoorzieningen afgekoppeld zijn
- Gebruikt stutten en schoren
- Demonteert of sloopt manueel of met mechanische hulpmiddelen
- Ruimt het puin en voert sloopafval selectief af
| Kennis - Specifieke risico’s van gevaarlijke en schadelijke stoffen, elektriciteit, lawaai, trillingen, …
- Stut- en schoortechnieken
- Ontmantelings- en slooptechnieken
|
Voert renovatiewerken uit - Herkent bouwgebreken bij bestaande gebouwen
- Identificeert de dragende elementen van het bouwwerk
- Plaats voorlopige afdichtingen tegen wind en regen
- Past specifieke stut- en schoortechnieken toe
- Maakt muurdoorbrekingen
- Versterkt indien nodig funderingen
- Vervangt en herstelt beschadigde bouwwerken
- Reinigt en beschermt de renovatiewerken
| Kennis - Stut- en schoortechnieken
- Technieken voor het herstellen van kleine oppervlakten
|